Slapende dienstverbanden

Slapende dienstverbanden is een serieus maatschappelijk probleem geworden. Er zijn landelijk duizenden slapende dienstverbanden, waaronder het dienstverband tussen een arbeidsongeschikte all round monteur/specialist en zijn werkgever, een fabriek voor de productie van kalkzandsteen in Koningsbosch.

 

Deze werknemer heeft werkgever in een procedure betrokken. Het werk bij deze fabriek was zwaar, waardoor de werknemer tijdens zijn dienstverband rugklachten heeft opgelopen. Werknemer werd hieraan geopereerd, maar de rugklachten waren daarmee niet verholpen. In 2018 is de werknemer 80-100% duurzaam arbeidsongeschikt. Hij ontving een IVA-uitkering. Er zijn geen mogelijkheden om het werk te hervatten. Evenmin is een verbetering van de belastbaarheid te verwachten. Zijn gezinssituatie is verre van ideaal. Het inkomen van werknemer is gedaald met EUR 600,-. Er zijn schulden. Hij maakt gebruik van de voedselbank. Daarnaast is hij mantelverzorger voor zijn zieke vrouw.

 

Werknemer heeft diverse keren aan de werkgever verzocht om het dienstverband te beëindigen en om aan hem de transitievergoeding uit te betalen. Redelijke voorstellen van de werknemer werden door de werkgever weggewuifd. In een kort geding doet werknemer daarom een beroep op de omgekeerde Stoof-Mammoet situatie. Is een werkgever gehouden om een redelijk voorstel van de werknemer tot beëindiging van het dienstverband te accepteren? 

 

De kantonrechter in Roermond is doordrongen van de omvang en de ernst van het maatschappelijk probleem van de slapende dienstverbanden. De juridische weg die tot nu toe door werknemers was ingeslagen - via de ernstig verwijtbaarheid van de werkgever en schending van de normen van goed werkgeverschap - loopt dood.

 

Nu speelt de Wet compensatie transitievergoeding een concrete rol, maar dat leidt tot tegenstrijdige uitspraken. De kantonrechter in Roermond verwijst naar ECLI:NL:RBDHA:2019:3109 en ECLI:NL:RBOVE:2019:1021. De kantonrechter heeft daarom prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld, voordat hij in deze zaak uitspraak doet.

 

De volledige vragen die aan de Hoge Raad zijn gesteld, zijn te lezen in het tussenvonnis d.d. 10 april 2019. Ten minste een kantonrechter die de kop niet in het zand steekt, maar de maatschappelijke problemen probeert aan te pakken. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.  

 

Bron: ECLI:NL:RBLIMB:2019:3331

Foto: Pixabay