Als een kind wordt geboren buiten het huwelijk of geregistreerd partnerschap, kan de verwekker met toestemming van de moeder het kind erkennen. Door het kind te erkennen, wordt het vaderschap juridisch aanvaard en vastgelegd. Daardoor worden familierechtelijke betrekkingen tussen het kind en de erkenner in het leven geroepen. Maar wat als de moeder toestemming aan een ander dan de verwekker heeft gegeven om het kind te erkennen en de ander het kind ook heeft erkend?
In beginsel heeft de ouder die alleen met gezag belast is keuzevrijheid ten aanzien van de woonplaats van het kind. Zijn er grenzen aan de vrijheid om te verhuizen? Kan de niet met gezag belaste ouder een bevel tot terugverhuizing verzoeken? De Hoge Raad legt uit.
Heeft de ene gezaghebbende ouder toestemming van de andere gezaghebbende ouder of vervangende toestemming van de rechter nodig om te mogen verhuizen als het kind niet meeverhuist? Kan de andere gezaghebbende ouder vorderen om de verhuizing te verbieden dan wel om terugverhuizing te bevelen?
Het jaar 2020 is een uniek jaar. Het getal 2 is het symbool voor dualiteit. Uitersten staan tegenover elkaar: goed-kwaad, liefde-haat, samenwerken-ieder voor zich, harmonie-conflict, recht-rechteloos. De coronacrisis maakt deze dualiteiten goed zichtbaar, vooral bij gebroken gezinnen! Bij complexe scheidingen zien we dat de omgang tussen een kind en de ouder eenzijdig wordt opgeschort. Dit zijn ingrijpende beslissingen voor zowel het kind als de ouders. Hoe moeten wij hiermee omgaan?
Geregeld komen wij in de praktijk ouders tegen die ons vragen welke contactregeling na de scheiding het beste voor de kinderen is. Is dit een 50-50 regeling? Of een weekend per veertien dagen en de helft van de schoolvakanties en feestdagen? Of kan het contact tussen het kind en de uitwonende ouders nog minder zijn? Ja, de contactregeling kan ook bestaan uit een kaartje per maand! Hoe zit dat eigenlijk?