· 

Valt een zieke brandweerman tussen wal en schip?

Hoofdrolspeler in deze Limburgse zaak is een aangestelde brandweervrijwilliger in de functie van Manschap A in de rang van Hoofdbrandwacht. In 2016 is hij in de functie van Manschap B in dezelfde rang bevorderd.

 

Vanaf 2014 is hij als chauffeur op de SIV's (Snelle InterventieVoertuigen) te vinden. Bij aanwijzigingsbesluit wordt hij aangewezen als brandweerchauffeur licht. Per periode van twee maanden kan hij zich intekenen voor SIV-diensten bij diverse andere brandweerposten. Wordt een SIV-dienst toegekend, dan moet de chauffeur van 08.00 tot 17.00 uur op de kazerne verblijven. Zijn er leemtes in de planning, dan werd deze brandweerman van hoger hand verzocht om zich alsnog in te tekenen voor deze diensten. Vanwege financiële redenen en morele plicht heeft hij altijd aan dit verzoek gehoor gegeven. In 2017 werd hij aangewezen als brandweerchauffeur zwaar voor alle voorrangsvoertuigen van de VRLN (Veiligheidsregio Limburg-Noord). En dan wordt de brandweerman per 6 november 2018 arbeidsongeschikt!

 

Aanvraag tot een bestuursrechtelijk besluit:

De brandweerman heeft bij VRLN een aanvraag tot loondoorbetaling tijdens ziekte ingediend. Deze aanvraag wordt afgewezen. Tegen dit besluit heeft hij de mogelijkheid om binnen zes weken bezwaar maken conform de Algemene wet bestuursrecht.

 

Kort geding bij de kantonrechter:

De brandweerman kiest er echter voor om een kort gedingprocedure bij de kantonrechter op te starten. In deze procedure vordert hij achterstallig loon en doorbetaling van loon tijdens ziekte. Tussen partijen staat het spoedeisend belang in deze zaak niet ter discussie. Het is bij VRLN bekend dat de brandweerman hoofdkostwinner van een gezin van vier jonge kinderen is. Doordat de loonbetaling gestopt is per 6 november 2018 is hij niet meer in staat om de maandelijkse vaste lasten te betalen. Hij moet om die reden de schuldhulpverlening om ondersteuning vragen.

 

De brandweerman stelt zich op het standpunt dat hij voor VRLN niet alleen diensten heeft uitgevoerd als vrijwilliger, maar ook als beroepsbrandweerman. Hij betoogt dat hij vanaf 2014 bij diverse andere posten arbeid heeft verricht op basis van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW. Hij beroep zich op de CAR-UWO en op artikel 7:629 lid 1 BW. De kantonrechter wijst de vordering af op grond van artikel 7:615 BW. Daarin is bepaald: 

 

"dat de bepalingen van titel 10 van boek 7 - de arbeidsovereenkomst - niet van toepassing zijn ten aanzien van personen in dienst van staat, provincie, gemeente, waterschap of enig ander publiekrechtelijke lichaam, tenzij dit voor of bij het aangaan van de dienstbetrekking bij wet of verordening van toepassing is verklaard."

 

En daarvan is niet gebleken, aldus de kantonrechter. 

 

Kort geding in hoger beroep:

De brandweerman laat het hierbij niet zitten en gaat tegen het vonnis in hoger beroep. 

 

Het hof overweegt dat een aanspraak op loondoorbetaling tijdens ziekte ingevolge artikel 2:5:4 van de CAR-UWO alleen kan worden toegekend aan arbeidscontractant-oproepkrachten. Daar valt de brandweerman niet onder. Er is namelijk geen schriftelijke door VRLN en de brandweerman ondertekend arbeidsovereenkomst voorhanden. Daar komt bij dat de brandweerman de SIV-diensten heeft verricht op basis van zijn eigen inschrijvingen en morele verplichting. Dit valt moeilijk te rijmen met de verplichting uit artikel 2:5:3 onder b CAR-UWO om de werkzaamheden - na daartoe opgeroepen te zijn - te verrichten. Dit wordt niet anders nu de brandweerman aan de verzoeken om zich in te schrijven voor de SIV-diensten steeds gehoor heeft gegeven. 

 

De brandweerman doet vervolgens een beroep op loondoorbetaling tijdens ziekte ex artikel 7:629 lid 1 BW. Evenmin slaagt deze grondslag. Alleen een werknemer die arbeid verricht op basis van een arbeidsovereenkomst kan hierop aanspraak maken. Bovendien is een vrijwilligersovereenkomst niet als arbeidsovereenkomst te kwalificeren. Tot slot bevestigt het gerechtshof dat de kantonrechter terecht naar artikel 7:615 BW heeft gewezen. 

 

De brandweerman heeft nog één troef in handen. Hij verwijst naar de toekomstige Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, die op 01 januari 2020 zal ingaan. Bij deze wet zal artikel 7:615 BW komen te vervallen. Maar dit baat de brandweerman niet. Deze wet is nog niet in werking getreden. Voor anticipatie op deze wetswijziging is geen reden te vinden. Dit geldt te meer nu de wetgever heeft ingestemd met het voornemen om de invoering van deze wet voor het personeel van de veiligheidsregio's uit te stellen. Deze tijdelijke uitzondering geldt ook voor brandweervrijwilligers. Het gerechtshof moet de vorderingen van de brandweerman helaas verwerpen. Gevolg van deze uitspraak is dat deze zieke brandweerman tussen wal en schip valt. 

 

Beroep op Internationale en Europese wet- en regelgeving? 

Had een beroep op internationale en Europese wet- en regelgeving in deze zaak gebaat?

 

Op grond van hoofdstuk 19 CAR-UWO heeft de brandweervrijwilliger geen recht op doorbetaling van vergoedingen in geval van ziekte. Verder is er geen specifieke Europese richtlijn te vinden die voorschriften geeft op het gebied van doorbetaling van vergoedingen in geval van ziekte.

 

Onze vraag is of deze situatie wel in overeenstemming is met het ILO-verdrag nr. 121. Vervolgvraag is dan of brandweervrijwilligers zich rechtstreeks op de relevante bepalingen van het ILO-verdrag kunnen beroepen. Hierover is nog niet geprocedeerd. De tijd zal het ons leren. Voorlopig vallen zieke brandweervrijwilligers tussen wal en schip, nu er voor hen geen helpende handen zijn. 

 

Hete koffie? 

Meer weten over de rechtspositie van de beroepsbrandweerman of brandweervrijwilliger? Of bent u gewoon nieuwsgierig wat de brandweervrijwilligers van de post Montfort van deze uitspraak vinden? Laat het ons weten! Op aanvraag kunnen wij samen uitwijken naar de brandweerkazerne van post Montfort voor een bakje hete koffie! Is de koffie voor u te heet, dan blussen wij dit met een bekertje koude kraanwater. Wij reiken u wel de helpende hand. 

 

Bron: ECLI:NL:GHSHE:2019: 2106

Foto: Pixabay