Het internationale huwelijksvermogensrecht

Een Nederlander is met een Duitse gehuwd. Zij hebben in Duitsland een woning gekocht. Vlak voor hun verhuizing naar Duitsland zijn zij in Nederland gehuwd. Zij hebben geen huwelijkse voorwaarden opgesteld. Welk recht is van toepassing op hun internationale huwelijksvermogen?

 

 Als de echtgenoten niet hebben gekozen welk recht van toepassing is op hun internationale huwelijksvermogen - de rechtskeuze - is het voor juristen flink puzzelen geblazen. De datum waarop het huwelijk werd voltrokken is dan van groot belang.  

 

Chelouche/Van Leer

Zijn de echtgenoten gehuwd in de periode 23 augustus 1977 tot 1 september 1992? Dan zijn de rechtsregels van het Chelouche/Van Leer-arrest van toepassing. Dit arrest stelt de rechtskeuze van de echtelieden voorop. De echtgenoten kiezen welk recht van toepassing is op hun internationale huwelijksvermogen. Is er geen rechtskeuze gemaakt, dan wordt gekeken naar de gemeenschappelijke nationaliteit van de echtgenoten. Hebben zij geen gemeenschappelijke nationaliteit, dan is het recht van toepassing waar zij als eerste hun gewone huwelijksdomicilie (recht van de gewone verblijfplaats) hebben gevestigd na het huwelijk. Is hiervan geen sprake, dan wordt gekeken naar het recht van het land met de nauwste band, waarbij alle omstandigheden van het geval worden betrokken. 

 

Haags Huwelijksvermogensrechtverdrag 1978 (HHV)

Heeft het huwelijk plaatsgevonden van 1 september 1992 tot 29 januari 2019, dan is het HHV van toepassing. Ook dit verdrag stelt de rechtskeuze voorop. Is er geen rechtskeuze gemaakt, dan biedt het HHV een bijzondere ingewikkelde regeling voor het toepasselijke recht. Schematisch is het HHV als volgt weergegeven:

 

1. Hebben partijen geen gemeenschappelijke nationaliteit? Het recht, waar zij als eerste hun gewone verblijfplaats hebben gevestigd na het huwelijk is dan van toepassing op het huwelijksvermogen.

2. Hebben de echtgenoten een gemeenschappelijke nationaliteit, maar hebben zij ieder een andere gewone verblijfplaats, dan is het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing. 

3. Hebben zij geen gemeenschappelijke nationaliteit en geen gezamenlijke eerste gewone verblijfplaats? Dan is het recht van toepassing van het land waarmee het huwelijk het nauwst verbonden is. Voor de weging zijn alle omstandigheden van het geval belangrijk.

4. Is er sprake van een gemeenschappelijke nationaliteit én een gemeenschappelijke gewone verblijfplaats? In dat geval moet een onderscheid worden gemaakt tussen nationaliteitslanden en domicilielanden. Nationaliteitslanden wijzen naar het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit. Domicilielanden wijzen het recht van de gewone verblijfplaats aan. In de folder "Huwelijksvermogensrecht en het Haags verdrag" geeft de minister van Justitie een lijst met nationaliteitslanden en domicilielanden. 

a.) Het nationale recht is van toepassing, als zowel het land van nationaliteit als het land van de gewone verblijfplaats en nationaliteitsland is. 

b.) Hebben de echtgenoten de nationaliteit van een domicilieland? Ja! Danis het nationale recht van de gewone verblijfplaats van toepassing.

c.) Hebben de echtgenoten de nationaliteit van een nationaliteitsland anders dan Nederland? Dan bepaalt het land van de gewone verblijfplaats welk recht van toepassing is. Is dit ook een nationaliteitsland, dan is het nationale recht van toepassing. Is dit een domicilieland, dan is het recht van de gewone verblijfplaats van toepassing. 

d.) Hebben de echtgenoten de Nederlandse nationaliteit? Dan is het Nederlands recht van toepassing, tenzij de echtgenoten hun gewone verblijfplaats al meer dan vijf jaren in een domicilieland hebben. In dat geval is het recht van de gewone verblijfplaats van toepassing. 

  

Het wordt nog ingewikkelder als het toepasselijk recht verandert, bijvoorbeeld doordat de echtgenoten 10 jaar hun gewone verblijfplaats in een ander land hebben dan het land waarvan het recht tot dan toe van toepassing was of wanneer echtgenoten hun gewone verblijfplaats vestigen in een land van hun gemeenschappelijke nationaliteit. In deze gevallen verandert het toepasselijke recht naar het recht van de gewone verblijfplaats. 

 

Verordening Huwelijksvermogensstelsels (Verordening EU 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016)

Vanaf 29 januari 2019 is een rechtskeuze alleen nog mogelijk voor het nationale recht of voor het recht van de gewone verblijfplaats van een van de echtgenoten ten tijde van de rechtskeuze. Echtgenoten kunnen niet meer kiezen voor de toekomstige gewone verblijfplaats van de echtgenoten.  Bij gebreke van een rechtskeuze geldt volgens artikel 26 van de verordening het recht van het land:

 

a.) waar de echtgenoten na sluiting van het huwelijk de gemeenschappelijke eerste gewone verblijfplaats hebben;

b). Is er geen sprake van een eerste gewone verblijfplaats na het huwelijk, dan geldt het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit van de echtgenoten op het moment van de huwelijkssluiting.

c.) Bij gebreke daarvan, geldt het recht van het land waarmee de echtgenoten de nauwst band hebben, en die bepaald wordt door alle omstandigheden van het geval. 

 

Hebben de echtgenoten een dubbele nationaliteit op het moment van het sluiten van het huwelijk? Dan geldt het recht van het land van de eerste gewone verblijfplaats of van het land waarmee echtgenoten de nauwste band hebben. In uitzonderlijke gevallen kan de daartoe bevoegde rechter een ander recht van toepassing verklaren. 

 

Vragen?

Als echtgenoten niet kiezen welk recht van toepassing is op hun internationale huwelijk, dan kan het behoorlijk ingewikkeld zijn om het toepasselijk recht op het internationale huwelijksvermogensrecht te bepalen. Aan de hand van deze schema's moet het u enigszins lukken. Maar wij kunnen ons goed voorstellen, dat u graag meer informatie wenst. Bel ons dan gerust voor een afspraak! U hoeft bij ons alleen te kiezen voor een kop koffie of een kop thee. Wij vertellen u hoe de nieuwe regels voor het internationale huwelijk in elkaar steken. 

 

Foto: Pixabay