Rapport recherchebureau: onrechtmatig verkregen bewijs?

Einde alimentatieplicht:

 

Op grond van artikel 1:160 BW komt er automatisch een einde aan betaling van de partneralimentatie, wanneer de onderhoudsgerechtigde met een ander samenwoont als waren zij gehuwd. Om deze samenwoning vast te stellen, worden er strenge eisen door de wet en jurisprudentie gesteld. Zo zal gesteld en  bewezen moeten worden dat tussen de samenwoners een affectieve relatie van duurzame aard bestaat. Deze relatie brengt mee dat de geliefden elkaar wederzijds verzorgen, met elkaar samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Als de samenleving in de zin van artikel 1:160 BW wordt bewezen, brengt dit serieuze gevolgen met zich. De alimentatieverplichting eindigt en de onderhoudsgerechtigde verliest definitief deze aanspraak op levensonderhoud. 

 

In de praktijk krijgen wij geregeld de vraag voorgelegd of de samenleving in de zin van artikel 1:160 BW kan worden bewezen door een rapportage van recherchebureau in de procedure te brengen. Want is dit rapport wel rechtmatig verkregen bewijs? Recentelijk heeft een rechter zich hierover uitgelaten. Wat was het geval?

 

Casus:

 

Partijen zijn gescheiden. In het echtscheidingsconvenant hebben partijen afspraken over de partneralimentatie gemaakt. Afgesproken is dat de man een partneralimentatie van EUR 4.200,- bruto per maand aan de vrouw betaalt. Na de periode van 12 jaar zal de man EUR 2.500,- bruto per maand aan de vrouw betalen, tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de vrouw dan wel tot het moment waarop de vrouw een eigen AOW-uitkering ontvangt. 

 

De man had het vermoeden dat de vrouw met een ander samenwoont als waren zij gehuwd in de zin van artikel 1:160 BW. De vrouw betwiste dit steeds. Doordat de vrouw de samenleving steeds ontkende, heeft de man op een andere manier hard moeten maken. De man schakelde een recherchebureau in. Het onderzoek heeft de man in totaal EUR 22.000,- gekost.

 

In een periode van 4 maanden heeft de detective 22 observaties bij het huis van de vrouw en bij het appartement van de partner van de vrouw uitgevoerd. Uit deze observaties blijkt dat de uit België afkomstige vrijer van de vrouw bijna dagelijks bij haar verblijft en overnacht. Op alle momenten stond de auto van de geliefde bij de woning van de vrouw. Ook haar auto stond thuis. Verliet de vrouw doordeweeks haar woning, dan vertrok de partner daarna ook. Hij verbleef dan nog kort in de woning en sloot met een eigen sleutel de woning van de vrouw af. In het weekend deden de vrouw en de partner samen hun boodschappen. Gezien werd dat zij met volle fietstassen bij de woning terug kwamen. Ook deden zij geregeld samen boodschappen met de auto.  Er werden dagtripjes gemaakt waarbij hun fietsen op een fietsendrager achter de auto werden meegenomen. Geregeld werd gezien dat de partner van de vrouw in zijn badjas en op slippers uit de woning van de vrouw komt. De partner verzorgde de tuin, wanneer de vrouw weer eens op vakantie was. De detective heeft zelfs oud papier en afval die aan de weg stonden meegenomen. Aangetroffen werden facturen op naam van de partner die zaken heeft besteld en zijn bezorgd op het adres van de vrouw, twee herenriemen, een overhemd met de initialen van de partner, Belgische tijdschriften, bagagestickers etc. Daarnaast werd een schriftelijke verklaring van de voormalige buurman van de vrouw in het rechercherapport opgenomen. Deze oude buur verklaarde dat hij meerdere keren per week in de avond en ochtend, maar ook in het weekend, een auto met Belgisch kenteken bij de woning van de vrouw zag staan. 

 

Inbreuk privacy versus bewijsvergaring:

 

De vrouw verzette zich tegen het rapportageverslag van de particuliere onderzoeker. Zij beriep zich erop dat het rapport onrechtmatig verkregen bewijs was. Hoe oordeelde de rechter? Moet een rapportage van een recherchebureau als onrechtmatig worden beschouwd?

 

De rechter is het met de vrouw eens dat de observaties die waren uitgevoerd door het recherchebureau, moeten worden gezien als een inbreuk op haar recht op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer. In principe is dit onrechtmatig! Maar de rechter kijkt altijd verder dan de neus lang is. De observaties zijn verricht door een recherchebureau, dat een vergunning heeft van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Er zijn geen gedragsregels overschreden, waardoor er een "rechtens ontoelaatbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de vrouw" is gemaakt. Het onderzoek werd niet verricht in de woning van de vrouw of de partner. De observaties hebben vanaf de openbare weg plaatsgevonden. De observatiemomenten waren van betrekkelijk korte duur en niet lange tijd aaneengesloten. Er is eenmaal gebruik gemaakt van video, waarbij lange tijd werd geobserveerd. Oud papier en afval werden steeds gehaald uit vuilcontainers, die aan de openbare weg stonden. Daarnaast heeft de rechter ook gekeken naar een ander belang. Doordat de vrouw de samenwoning steeds ontkende, was de man aangewezen om op deze manier bewijs te verzamelen.

De rechter heeft deze twee belangen - eerbiediging van het recht op persoonlijke levenssfeer en waarheidsvinding -  tegen elkaar afgewogen. Volgens de rechter is er voldoende rechtvaardiging voor die inbreuk. Er is geen sprake van onrechtmatig verkregen bewijs. 

 

Last but not least:

 

Daarmee was de kous nog niet af. De rechter stelde vast dat de man terecht een beroep op artikel 1:160 BW heeft gedaan. Zijn alimentatieverplichting eindigde dan ook onmiddellijk. En de vrouw? Die had het nakijken. Op grond van artikel 6:96 BW komen de kosten voor het inschakelen van een recherchebureau voor vergoeding in aanmerking. Aan de dubbele redelijkheidstoets werd voldaan. Omdat de vrouw steeds de samenleving ontkende, moest de man wel met ander bewijs komen. Gelet op de hoogte van de maandelijkse partnerbijdrage afgezet tegen de hoogte van de kosten van het onderzoek vond de rechter de kosten niet onredelijk hoog. De vrouw kreeg dan ook de rekeningen gepresenteerd. Zij werd veroordeeld tot betaling van de kosten voor het inschakelen van het onderzoeksbureau. Deze uitspraak kunt u vinden op ECLI:NL:RBZWB:2017:6711, welke eerst op 16 maart 2018 is gepubliceerd.

 

Conclusie:

 

Zit u in een soortgelijke situatie? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Wij houden uw zaak onder een vergrootglas! Onder genot van een kop dampende koffie of thee adviseren wij u over uw rechtspositie en de vermindering van uw alimentatiedruk. Ook kijken wij of het zinvol is om nader bewijs te vergaren door inschakeling van het door ons vaker geraadpleegde recherchebureau. Is er voldoende bewijs verzameld, dan kunnen wij de rechter verzoeken om beëindiging van de alimentatieplicht op grond van artikel 1:160 BW. Heeft u kosten voor de inschakeling van de detective of particuliere onderzoeker moeten maken, dan zullen wij de rechter op grond van artikel 6:96 BW verzoeken om de onderhoudsgerechtigde te veroordelen tot betaling van deze kosten. 

 

Heeft u andere vragen? Dan kunt u ons natuurlijk ook bellen. Stelt u uw vraag liever per mail? Klik dan op één van de plaatjes in deze blog.

 

Bron: ECLI:NL:RBZWB:2017:6711

Foto: Pixabay